Pagina's

4.7.11

Boeddhisme - Les 2

Achtergrond informatie voor de docent:
Een boeddhist heeft vijf richtlijnen, waar hij zich aan houdt. Het zijn de vijf voorschriften.
1. Je mag anderen niet doden of beschadigen.
2. Je mag geen dingen meenemen, die je niet hebt gekregen.
3. Je moet verstandig en zuiver leven.
4. Je mag niet onvriendelijk of oneerlijk spreken.
5. Je mag geen verdovende middelen of alcohol gebruiken.

Boeddhisten geloven dat je gelukt kunt vinden door voor andere mensen te zorgen en je jezelf niks gunt. Het eerste wat boeddhisten leren is dat zij vriendelijker zijn naar anderen, dan naar hun zelf en om eenvoudig te leven. Ze leren mediteren, dit kunnen zij gebruiken voor het groeien en het ontwikkelen van zichzelf. Boeddhisten bezoeken tempels en of heiligdommen om te Boeddha te eren en te mediteren met andere boeddhisten.
In de tempel worden de vijf voorschriften voor goed gedrag gezongen. Ze buigen en offeren bloemen, wierrook en voedsel voor een Boeddha beeld. Uit de heilige boeken lezen zij en spreken gebeden uit.
Als zij een tempel bezoeken, lopen zij met de klok mee om het heiligdom. Een grote gebedsmolen draait in hun handen, wanneer zij lopen. In iedere molen zit een rol papier waarom honderden gebeden staan geschreven. Zij geloven dat als je te molens laat draaien, dat zo de gebeden de wereld in worden gestuurd. Op vlaggen, die wapperen vanaf het dak van iedere Tibetaanse tempel, staan ook gebeden geschreven. Ook hierdoor worden de gebeden de wereld in gestuurd.
Een voorbeeld van een gebed is:
Mogen alle wezens gelukkig zijn,
Of ze nu zwak of sterk zijn,
Lang, breed of gemiddeld, klein of groot.
Mogen alle wezens zonder uitzondering gelukkig zijn.
Of ze nu wel worden gezien of niet. Of ze nu dichterbij
leven of ver weg.
Geboren zijn of nog geboren moeten worden.
Mogen alle wezens gelukkig zijn.
(Watson, 1997)

Materialen:-
- Kleed/ doek
- Stiften die op stof kunnen schrijven
- Pen en papier
- De brief

Koppeling met het Christendom
Vandaag gaat het over drie aspecten die wij kunnen koppelen met het Christendom. Hierbij gaat het om de voorschriften, de gebeden en om de tempel. De vijf voorschriften zijn bedoeld om aan te houden tijdens het leven. Als je ook deze regels volgt, dan kan je de verlichting bereiken. Bij het Christendom kennen wij de tien geboden. Daarnaast herhaalt Jezus de tien geboden regelmatig in het Nieuwe Testament. Met vele gelijkenissen probeert hij de geboden duidelijk te maken naar het volk of naar de schriftgeleerden. Als de tien geboden worden nageleefd, dan zul je de hemel kunnen komen. Een Bijbeltekst hierbij is Marcus 12:28-31
De tempel is een plek om tot rust te komen en om te mediteren. En om te bidden. Het is een plek waar rust heerst zodat mediteren goed kan worden uitgevoerd. De tempel is een plek waar je heen kunt gaan, maar niet per se heen moet om Boeddhist te kunnen zijn. In de Bijbel wordt ook gesproken van tempels. Salamo laat de eerste tempel bouwen. Hij beschrijft de tempel als een ontmoetingsplaats. Hier kan je samenkomen met God. Tegenwoordig hebben de Christenen kerken, maar zijn gebouwd met dezelfde gedachte met betrekking tot het samenkomen van God.
De gebeden die zij in de wereld sturen door de verschillende manieren, komen uit henzelf. Zij kunnen hierbij de inspiratie van Boeddha gebruiken, maar zij zeggen niet die gebeden op richting Boeddha. Je kunt bidden voor tevredenheid, voor een goede gezondheid enzovoort. Zowel voor jezelf als voor anderen. Christenen kunnen voor dezelfde redenen bidden, maar bidden dan wel naar God. Zij vragen hem om bijvoorbeeld om op de gezondheid te passen.


Inleiding:
Het volgende verhaal wordt voorgelezen.
Hallo, ik ben Jamgon. Mijn naam betekent vriendelijke beschermer. Als Boeddhist moet ik anderen beschermen in mijn leven. Boeddha heeft voor ons regels gemaakt waar wij aan moeten houden. Als je aan deze regels houdt, kan je de verlichting bereiken. Er zijn er totaal 5 regels.
1. Je mag anderen niet doden.
2. Je mag geen dingen meenemen, die je niet hebt gekregen.
3. Je moet nadenken over wat je in je leven doet.
4. Je mag niet onvriendelijk zijn tegenover andere mensen.
5. Je mag geen alcohol drinken.

Het is de bedoeling dat je ander belangrijker vindt dat jezelf.
Ook gaan wij naar de tempel. Als wij daar komen, lopen wij eerste een rondje om de tempel. Dan hebben wij een molen bij ons. In de molen zit een rol met allemaal gebeden. De molen draait en wij geloven dat dan de gebeden met de wind wordt meegenomen.

Een gebed is:
Mogen alle wezens gelukkig zijn,
Of ze nu zwak of sterk zijn,
Lang, breed of gemiddeld, klein of groot.
Mogen alle wezens zonder uitzondering gelukkig zijn.
Of ze nu wel worden gezien of niet. Of ze nu dichterbij
leven of ver weg.
Geboren zijn of nog geboren moeten worden.
Mogen alle wezens gelukkig zijn.


Verwerking

Er zal een kleed worden gemaakt met mooie uitspraken. De uitspraken mogen gericht zijn op iets, op iemand of die mogen zomaar worden geschreven. De kinderen mogen zelf allemaal mooie teksten bedenken. Het aantal zinnen maakt niet uit. Ook het onderwerp maakt ook niet uit, maar stimuleer de kinderen wel tot schijven van teksten over het leven of over geloof en niet over hun paard. Als zij vinden dat zij klaar zijn, schrijven ze het op een blad en mogen zij op het grote kleed de teksten schrijven. Deze kan je ophangen in de klas. Het zou leuk zijn als ze waaien. Ook kan je besluiten om het kleed mee te nemen naar buiten en dan de teksten mee te laten gaan met de wind.

Afsluiting:
Laat elk kind zijn eigen gedicht opzeggen. Het gedicht hebben zij als het goed is ook op een blad staan. Zij mogen eventueel complimenten geven aan elkaar. Het kleed kan samen met de kinderen worden opgehangen, of dit wordt door de leerkracht of door enkele leerlingen.